Lichaamsverzorging

  • Doorliggen
    9 december 2020

    Doorliggen

    Doorliggen (decubitus) ontstaat door druk die onafgebroken (langer dan twee, drie uur) op de huid wordt uitgeoefend. Op de plekken waar de huid tegen het bot wordt gedrukt, vermindert de bloedtoevoer en ontstaat een drukzweer (doorligwond, bedzweer of decubitus).

    Als u normaal beweegt (ook in de slaap!), drukt een bepaald voorwerp steeds op een andere plek van de huid en wordt de bloedtoevoer niet gedurende lange tijd onderbroken. Bovendien voorziet het onderhuidse vet de huid boven de uitstekende botten van een beschermend kussentje, waardoor de bloedvaten niet al te snel worden afgekneld.

    Welke mensen lopen een verhoogd risico op doorligwonden? Om te beginnen alle bedlegerige mensen die onafgebroken in een bepaalde houding liggen of zitten, of mensen die zich niet kunnen bewegen omdat ze verlamd zijn. De druk wordt meestal veroorzaakt door een matras, rolstoel, gipsverband of spalk. Berucht is ook de hoge druk op bepaalde delen van het lichaam tijdens operaties van patiënten met een gebroken heup.

    Ook vatbaar voor doorliggen zijn mensen bij wie de pijnzin is aangetast. Pijn is normaal gesproken een signaal om het pijnlijke lichaamsdeel te ontlasten. Zenuwbeschadiging ten gevolge van een verwonding, een herseninfarct of suikerziekte vermindert het vermogen om pijn te voelen. Daarnaast lopen ondervoede mensen met een te dunne beschermende vetlaag een verhoogd risico. Hun huid geneest niet goed door een tekort aan voedingsstoffen. Slecht passende kleding kan tot verwonding van de huid bijdragen en de kans op doorliggen vergroten.

    Wat zijn de verschijnselen?

    In het begin is de huid nog intact en alleen maar rood en pijnlijk. Daarna zwelt de huid op en ontstaan er blaasjes. De huidlagen die het dichtst aan het oppervlak liggen, beginnen af te sterven en de huid gaat stuk. Ook wanneer de bloeddoorstroming slechts gedeeltelijk wordt onderbroken, kan door wrijving en andere vormen van beschadiging een oppervlakkige wond van de huid ontstaan. Dat is bijvoorbeeld het geval als er plooien in het beddengoed zitten of bij langdurige blootstelling aan vocht (zweet, urine of ontlasting). De aandoening komt dan ook het meest voor op de stuit en op de heupen. Andere risicoplaatsen zijn de hielen en de enkels.

    In het volgende stadium worden ook diepere huidlagen aangetast en is er echt sprake van een zweer. Ten slotte breidt de wond zich uit tot diep in de huid en in het vetweefsel en uiteindelijk zelfs tot in het spierweefsel. Als de huid kapotgegaan is, kunnen er infecties bijkomen. Infecties vertragen de genezing en kunnen bij diepe wonden zelfs levensbedreigend zijn.

    Decubitus kan behoorlijk pijnlijk zijn, maar pijn kan ook helemaal ontbreken (een oorzaak van decubitus kan immers het ontbreken van de pijnzin zijn).

    Hoe ziet de behandeling eruit?

    De behandeling bestaat in eerste instantie uit het voorkomen of tegengaan van verergering van doorligwonden. Alle maatregelen zijn erop gericht de druk op de bedreigde huid zo veel mogelijk te verminderen. Door de huid van een bedlegerige patiënt dagelijks zorgvuldig te inspecteren, kunnen rode plekken vroegtijdig worden opgemerkt. Bovendien worden de kwetsbare plekken gewoonlijk ingewreven met een of ander middel. Dit is vooral bedoeld om de huid te ontlasten en de doorbloeding te bevorderen.

    Doorliggen kan het best worden voorkomen door wrijving en langdurige druk op één plaats zo veel mogelijk te vermijden door een goede lig- of zithouding en door regelmatig van houding te veranderen. Bij zittende patiënten moet dat ten minste eenmaal per twee uur (zitvlak liften, indien mogelijk gaan (laten) staan of verzitten); bij liggende patiënten ten minste eenmaal per vier uur (wisselligging). Als er toch een niet-wegdrukbare roodheid ontstaat, moet de wisselfrequentie van zit- of iighouding worden opgevoerd totdat de roodheid is verdwenen.

    Goede verpleging is dus essentieel. Dat houdt ook in dat kwetsbare huidgedeelten bij het wassen zo veel mogelijk kloppend (niet wrijvend) worden betast (met een zacht washandje!). Verder moet de onderlaag van het bed droog en glad zijn en mogen er geen huidoppervlakken over elkaar heen liggen). Het beddengoed moet regelmatig worden vervangen. Bij incontinentie moet de patiënt nog vaker worden verschoond om de huid zo veel mogelijk te sparen. Andere belangrijke maatregelen zijn vroegtijdige mobilisatie, al of niet met behulp van een fysiotherapeut, en eiwitrijke voeding met voldoende vitaminen en mineralen.

    Wat kunt u zelf doen?

    Maak de druk op plekken met doorligwonden zo klein mogelijk. Behalve het verplegend personeel kunnen ook bezoekers en familieleden een rol spelen hij het voorkomen van doorligwonden.

  • Constitutioneel eczeem
    9 december 2020

    Constitutioneel eczeem

    Eczeem is een van de meest voorkomende huidaandoeningen. Constitutioneel eczeem, ook atopisch eczeem genoemd, is een chronische ontsteking van de huid die wordt gekenmerkt door jeukende, rode, schilferige of ruwe plekken. Het komt voor bij 2 à 3% van de bevolking; vaker bij vrouwen dan bij mannen en meer bij kinderen dan bij volwassenen. Constitutioneel eczeem berust op een aangeboren (vaak erfelijke) overgevoeligheid voor bepaalde stoffen (allergenen) die, in een normale concentratie, bij de meeste personen geen reactie veroorzaken. Het zijn stoffen die worden ingeademd of via het voedsel het lichaam binnenkomen. De stoffen die dergelijke reacties opwekken, zijn onder andere graspollen, kattenharen, huisstof(mijt) en (bij kleine kinderen) koemelk.

    Het eczeem maakt deel uit van een groep ziekten die nauw met elkaar samenhangen: astma, hooikoorts, constitutioneel eczeem en een vorm van voedselallergie. Die ziekten worden ook wel atopische ziekten genoemd. Ze komen vaak in combinatie voor of in een vorm waarbij de ene aandoening de ander afwisselt. Dus soms heeft iemand meer last van eczeem en een jaar later heeft hij meer last van astma.

    Een belangrijke factor bij het instant houden van het eczeem is jeuk en het daarmee gepaard gaande krabben. Door het krabben en wrijven wordt het eczeem alleen maar erger, maar veel patiënten zijn zich er nauwelijks van bewust dat ze krabben, zeker niet als ze dat in hun slaap doen. Door het stukkrabben van de huid wordt de jeuk omgezet in pijn, hetgeen over het algemeen beter wordt verdragen. Bij het genezen van de huid kan vaak weer jeuk ontstaan, waardoor de cyclus opnieuw begint.

    Wat zijn de verschijnselen?

    De eerste verschijnselen van eczeem zijn die van een ontstekingsreactie: roodheid, zwelling, blaasjes en vochtafscheiding. In een later stadium vervaagt de roodheid en wordt de huid schilferig, droog en ruw. Constitutioneel eczeem ontwikkelt zich gewoonlijk in een vroege fase van het leven (bij baby’s) en verdwijnt vaak rond de puberteit. Soms blijft het bestaan of komt het op latere leeftijd terug. Bij baby’s hebben we het over dauwworm. Kenmerkend hiervoor is roodheid van het gezicht met vochtafscheiding en korstvorming. Als het kind ouder wordt, verplaatst het eczeem zich onder andere naar de knieholten en de elleboogplooien. Die plekken zijn aanvankelijk vochtig, maar worden later steeds droger. Hoe ouder men wordt, des te meer het eczeem neigt naar een droge vorm met verdikking van de huid. Ook de rest van de huid is vaak droog. Er is vrijwel altijd jeuk, die verergert door transpireren en het dragen van wol.

    Hoe ziet de behandeling eruit?

    Om te beginnen moet u proberen de stoffen waarvoor u (of uw kind) overgevoelig bent (is) zo veel mogelijk te vermijden, maar dan moet u die allergenen wel kennen. Ze kunnen met aanvullend onderzoek (prikjes op de huid of bloedonderzoek) worden aangetoond. Bij een aangetoonde overgevoeligheid voor huisstof(mijt) of dierlijke huidproducten (katten- of hondenharen) is het verstandig het contact hiermee zo veel mogelijk te vermijden. Dit kan ook van belang zijn bij de beroepskeuze. Het mijden van aangetoonde allergenen wil echter nog niet zeggen dat het probleem verholpen is. Enerzijds is het heel moeilijk het contact met allergenen geheel uit de weg te gaan en anderzijds zijn er nog andere factoren waardoor het eczeem ontstaat of verergert. Constitutioneel eczeem wordt zo veel mogelijk behandeld met ‘indifferente’ uitwendige middelen. Dat zijn smeersels waaraan geen werkzame, geneeskrachtige stoffen zijn toegevoegd. Ze zijn bedoeld om uitdroging van de huid te voorkomen en tegen te gaan.

    Als het eczeem hiermee niet onder controle kan worden gehouden, wordt gewoonlijk een corticosteroid (hormoon) toegevoegd. Corticosteroïden zijn stoffen met een ontstekingsremmende en jeukstillende werking. Er zijn veel soorten corticosteroïden. Ze worden ingedeeld in vier klassen. In elke klasse hebben de daarin opgenomen middelen ongeveer een even grote werkzaamheid. Zo is klasse 1 zwak werkzaam, klasse 2 vrij sterk werkzaam, klasse 3 sterk werkzaam en klasse 4 zeer sterk werkzaam. Corticosteroïden hebben allerlei bijwerkingen. De kans op bijwerkingen neemt toe met de sterkte van het corticosteroid, maar ook met de duur van de behandeling, de grootte van het behandelde oppervlak en met de mate waarin het smeersel de huid afsluit. Sommige huiddelen zijn extra gevoelig voor bijwerkingen, zoals het gezicht, de geslachtsorganen en huidplooien, het onderste deel van de rug en de binnenzijde van de bovenbenen. De belangrijkste plaatselijke bijwerkingen zijn: dunner worden (atrofie) van de bovenste huidlagen (meer kans op blauwe plekken en oppervlakkige wonden), spatadertjes, striemen (striae), en in het gezicht uitslag met pukkeltjes en puistjes rondom de mond, vooral bij gebruik van sterk werkende corticosteroïden.

    Als u corticosteroïden langdurig (weken tot maanden) wilt gebruiken, zal de werking door gewenning teruglopen en neemt de kans op bijwerkingen toe. Het is dan verstandig het middel slechts enkele dagen per week aan te brengen en het gebruik af te wisselen met een zalf (of crème) die geen specifiek geneesmiddel bevat of waar een teerproduct in zit. Teerpreparaten hebben een penetrante geur en verkleuren de kleren en het beddengoed, waardoor het niet prettig is deze middelen langdurig te gebruiken.

    Breng de corticosteroïd-zalf dun aan op de huid, zo dun dat u hem nauwelijks ziet. Een dikkere laag heeft geen nut, want de huid neemt maar een bepaalde hoeveelheid hormoon op. Let op: u mag geen corticosteroïd-zalf in de ogen smeren (eventueel op voorschrift van uw arts wel op de oogleden) en liever ook niet in de gehoorgang. Heeft u last van een schimmelinfectie, zoals zwemmerseczeem, gebruik dan geen corticosteroïd-zalf, want deze zal de infectie verergeren. Ook rond een koortslip mag u hem niet gebruiken. Gaat het om een ernstig aangedane plek, bedek die dan zo veel mogelijk met een verband. Smeer eerst de zalf met een spatel op een stukje ‘strijkschoon’ katoen en leg dit op de te verbinden plek. Zet het geheel vast met hydrofiel windsel. Let op: gebruik geen gaas direct op de huid. Dit schuurt te veel. Bovendien kan de zalf dan in het gaasje trekken en komt er te weinig zalf op de te behandelen plek. De volgende dag herhaalt u deze behandeling (smeer de nieuwe laag zalf gewoon over de oude laag heen). Is de plek te groot of niet geschikt om te verbinden, dan zult u een paar keer per dag een laagje zalf moeten aanbrengen.

    Oude zalfresten kunt u een- of tweemaal per week verwijderen door de plek te reinigen met (sla)olie. Gebruik zo weinig mogelijk water en zeep. Probeer verder uw huid vrij van pleisters te houden. Vooral bij kleine kinderen kan de jeuk een probleem zijn. Aangezien de jeuk vooral ’s avonds en ’s nachts opspeelt, kan het wenselijk zijn die te onderdrukken met jeukstillende geneesmiddelen (antihistaminica). Als een voedselallergie een rol speelt, kan naast het vermijden van de allergene voedingsstoffen een poging worden ondernomen de allergie te onderdrukken met cromoglicinezuur.

    Wat kunt u zelf doen?

    Probeer irritatie en uitdroging van de huid zo veel mogelijk te voorkomen. Vermijd contact met stoffen die mogelijk verantwoordelijk zijn voor het eczeem. Het verwijderen van huisstof heeft meestal een gunstig effect op constitutioneel eczeem. Dat kan ook voor het ‘wegdoen’ van huisdieren gelden. Overleg hierover met uw huisarts. De huid mag niet te vaak, niet te lang en niet te warm gewassen worden. Aan het lauwwarme badwater kunt u wat olie toevoegen en korsten kunt u eventueel voorzichtig losweken. Zalf uw huid direct na het afdrogen in. De kleding moet luchtig, absorberend en niet irriterend zijn (bijvoorbeeld katoen; geen wollen of synthetische kleding). Droogheid, jeuk en krabben kunt u tegengaan door de huid regelmatig in te vetten met een indifferente zalf, dat wil zeggen zonder werkzame stof.

  • Wrat
    9 december 2020

    Wrat

    Een wrat is een vast aanvoelend uitgroeisel van de huid, een goedaardige woekering van de opperhuid, met verdikking van de hoornlaag. De officiële benaming is verruca (meervoud verrucae). Een wrat ontstaat door een virusinfectie van de huid. De infectie doet zich gewoonlijk voor op de kinderleeftijd. Wratten zijn dus besmettelijk en kunnen zich van mens tot mens op verschillende lichaamsdelen verspreiden. Wratten worden veroorzaakt door verschillende varianten van het papillomavirus. Dit virus kan voorkomen in zwembaden, doucheruimten en sportzalen.

    De periode tussen een besmetting en het ontstaan van een wrat kan drie tot zes maanden of zelfs langer zijn. Ze verdwijnen meestal vanzelf binnen twee jaar. Wanneer u geen last van de wrat heeft, hoeft u er niets aan te doen. Is de wrat eenmaal verdwenen, dan heeft u meestal voldoende afweerstoffen gemaakt en krijgt u dit type wrat niet opnieuw.

    Genitale wratten vormen een aparte variant; bij vrouwen kunnen ze het risico op baarmoederhalskanker vergroten. Daarnaast zijn er nog zogenoemde waterwratjes, die veroorzaakt worden door een ander virus, en ouderdomswratten, waarvan de oorzaak niet goed duidelijk is. Waterwratjes zijn zeer besmettelijk; ze komen vooral voor bij kinderen. De infectie kan worden overgedragen door direct contact, maar ook via allerlei voorwerpen, zoals een gezamenlijk gebruikte handdoek.

    Wat zijn de verschijnselen?

    Wratten worden gewoonlijk onderverdeeld aan de hand van de lichaamsdelen waarop ze voorkomen en het type virus dat de oorzaak is. De gewone wrat (verruca vulgaris) ziet eruit als een huid kleurige tot geelbruine bobbel met een wat ruw, korrelig oppervlak. Ze komen vooral voor op handen, voeten, knieën en gezicht. Voetwratten worden door hetzelfde type virus veroorzaakt. Ze komen voor op de voetzolen. Doordat ze worden platgedrukt door het lichaamsgewicht, groeien ze in de diepte en bemoeilijken ze het lopen. Een voetwrat is soms moeilijk te onderscheiden van een likdoorn. Door er met een dun scherp mesje laagje voor laagje af te snijden, ontstaan bij een wrat puntvormige bloedinkjes; bij een likdoorn gebeurt dat niet.

    Platte wratten (verruca plana) zijn vlak (niet meer dan een zeer dun klein schijfje op de huid) en komen voor op polsen, armen, benen en gezicht, meestal in groepjes en vooral bij jonge mensen. Genitale wratten zitten op de geslachtsdelen. Waterwratjes zijn pukkels met een parelmoerachtige glans en een kleine indeuking bovenop. Meestal komen er veel tegelijk verspreid over het lichaam voor.

    Hoe ziet de behandeling eruit?

    De meeste wratten verdwijnen, zoals gezegd, vanzelf. Behandeling is dan ook niet nodig (met uitzondering van genitale wratten), tenzij ze pijn veroorzaken. Wilt u er eerder vanaf zijn, dan kan de wrat worden bestreden door hem dagelijkse aan te stippen met een schilmiddel. Zo’n middel bevat salicylzuur dat de bovenlaag van de huid week maakt, waarna hij kan worden verwijderd met een scherp mesje of een vijl. U moet de salicylzuur-oplossing of zalf alleen aanbrengen op de wrat zelf. Het best kunt u het middel, afgedekt met een pleister, een nacht laten zitten om het er de volgende dag weer af te wassen. Na één of enkele dagen kunt u proberen het bovenste laagje van de wrat eraf te krabben.

    Soms moet u het middel langdurig gebruiken. De omliggende huid kunt u tegen het salicylzuur beschermen met bijvoorbeeld een laagje vaseline. Kinderen kunnen overgevoelig zijn voor salicylzuur. Gebruik het bij hen dus nooit op een groot huidoppervlak. Hardnekkige wratten kunnen worden bevroren door ze aan te stippen met vloeibare stikstof. Er ontstaat dan een blaar onder de wrat, waardoor hij er na enige tijd vanzelf afvalt.

    Bevriezing kan behoorlijk pijnlijk zijn. Het voordeel is dat het sneller werkt. Als ook dit niet helpt, kan de wrat onder lokale verdoving worden weggebrand of met een scherpe lepel worden weggekrabd. Genitale wratten kunnen worden aangestipt met het medicijn podofylline. Omdat het virus onbepaalde tijd in het lichaam aanwezig blijft, kunnen alle wratten terugkomen.

    Wat kunt u zelf doen?

    Er zijn pleisters in de handel met salicylzuur, de zogenoemde likdoornpleisters. Deze middelen worden niet door uw verzekering vergoed.

  • Vitiligo
    9 december 2020

    Vitiligo

    Vitiligo is een veelvoorkomende, langzaam voortschrijdende aandoening (2% van de Europese bevolking heeft er last van), waarbij de huid op bepaalde plaatsen zijn pigment verliest. Vitiligo kan op elke leeftijd voorkomen en valt meer op bij mensen met een donkere huid dan bij mensen met een bleke huid. Men vermoedt dat de oorzaak een stoornis is waarbij de pigmentcellen in de huid vernietigd worden doordat het afweersysteem van het lichaam slecht werkt. De aandoening begint meestal voor het 20e levensjaar.

    Wat zijn de verschijnselen?

    Vitiligo plekken hebben een onregelmatige vorm. Ze hebben de neiging langzaam groter te worden. Ze komen vooral voor rond de lichaamsopeningen en in plooien, onder andere bij elleboog en liezen. Verder ziet u ze veel op het gezicht, op de handen en de voeten en op plaatsen waar de huid ooit beschadigd is. Vaak is ook de vorming van pigmentcellen in de haarwortel gestoord, zodat het haar in vitiligo plekken grijs wordt.

    Hoe ziet de behandeling eruit?

    Met behulp van ultraviolette straling (UVA), gecombineerd met een stof (psoraleen) die de huid hiervoor gevoeliger maakt, wordt de groei van pigmentcellen gestimuleerd. Die behandeling heet PUVA. Er zijn ook andere methoden om de groei van pigmentcellen te stimuleren. Al deze behandelingen zijn lang niet altijd even succesvol en kunnen zelfs tot resultaten leiden die cosmetisch gezien minder fraai zijn dan de uitgangssituatie. Een alternatief voor mensen met zeer veel lichte plekken is om de overige huid met een hydrochinon bevattende crème (een stof die wordt gebruikt om donkere plekken te bleken) lichter van kleur te maken, in de hoop dat het totaaleffect egaler is.

    Wat kunt u zelf doen?

    Soms herstellen vitiligo plekken als ze aan zonlicht worden blootgesteld. De plekken die op de handen en in het gezicht voorkomen, kunt u camoufleren met een speciale crème.

  • Spataderen
    9 december 2020

    Spataderen

    Spataderen zijn blauwe, verdikte of voelbare, wat kronkelig verlopende aderen aan de benen. In de aderen van de benen zitten veel kleppen die moeten verhinderen dat het bloed terugstroomt. Als die kleppen het begeven, hoopt het bloed zich op en zetten de aderen uit.Een van de factoren die bijdraagt aan het ontstaan van spataderen is een aangeboren (erfelijke) zwakte van het steunweefsel. Andere factoren zijn zwangerschap (door druk van de groeiende baarmoeder op de beenvaten), overgewicht en een zittend of staand beroep. Ook een trombosebeen, waarbij de aderen binnenin het been verstopt raken, kan de oorzaak zijn. In dat gevai kunnen spataderen gepaard gaan met een open been.

    Wat zijn de verschijnselen?

    In veel gevallen zullen spataderen helemaal geen klachten veroorzaken. Wel zullen veel mensen ze als storend of lelijk ervaren. Als de spataderen klachten geven, is dat meestal in de vorm van een moe, loom en zwaar gevoel in de benen, soms ook in de vorm van trillingen in de benen, ü kunt uw benen in bed dan niet goed stil houden (‘restless legs’) of u heeft het gevoel dat er iets over uw benen kruipt. Soms gaat de afvoerstoornis gepaard met vochtophoping in de benen, vooral rond de enkels. Door dit oedeem geneest een wondje aan het been slecht en dit kan leiden tot een ‘open been’.

    Hoe ziet de behandeling eruit?

    Spataderen moeten behandeld worden als de bloedsomloop in het been zodanig verstoord is dat hierdoor ook andere aandoeningen kunnen ontstaan of inmiddels ontstaan zijn, zoals een ‘open been’. Daarvoor is aanvullend onderzoek nodig, zoals ultragelui donder zoek (Doppler-onderzoek) en lichtreflexiereografie. Beide onderzoeken zijn geheel pijnloos en kunnen poliklinisch worden uitgevoerd. Bij Doppler-onderzoek wordt met behulp van ultra-geluidsgolven de doorstroming van het bloed in de aderen van het been gemeten.

    De meest toegepaste behandeling is die waarbij een irriterende chemische stof in de ader wordt gespoten, die de bloedvatwand doet verkleven. Deze weinig pijnlijke ingreep heet sclerocompressietherapie. De spatader verandert daardoor in een dun strengetje.

    Spataderen kunnen ook operatief worden behandeld; de spataderen worden dan weggehaald of dichtgebonden. Vaak wordt een combinatie van deze behandelingen toegepast. Tijdens de operatie wordt dan eerst de grootste druk van de spatader weggenomen, waardoor het inspuiten veel gemakkelijker wordt en de resultaten op de lange duur veel beter zijn. Deze ingrepen zijn doorgaans bij iemand met een vroeger doorgemaakte trombose weinig zinvol en leveren hoogstens een verbetering van korte duur op. In zo’n geval moet u een aangemeten elastische kous dragen die dezelfde werking heeft als een drukverband, en dus pas effect heeft als de kuitspieren werken.

    Wat kunt u zelf doen?

    Bij een aangeboren zwakte van het steunweefsel helpt regelmatige lichaamsbeweging niet om spataderen te voorkomen, maar de bloedsomloop wordt er wel door bevorderd en daardoor verminderen de klachten. Het is verstandig een à twee uur per dag te wandelen. Lang staan en stilzitten, maar ook springen (aerobics, balsporten) en zwaar tillen moet u vermijden. De bloedcirculatie wordt ook bevorderd door het dragen van elastische steunpanty’s.

  • Seborroïsch eczeem
    9 december 2020

    Seborroïsch eczeem

    Seborroïsch eczeem is een bijzondere vorm van eczeem die altijd rood en schilferend is en nooit blaasjes vertoont. Het komt voornamelijk voor op het hoofd en in het gezicht op plaatsen waar zich veel talgklieren bevinden (seborroe = talg). In het gewone taalgebruik wordt de lichtste vorm ervan ook wel roos genoemd. De oorzaak van seborroïsch eczeem is nog niet goed duidelijk. Het lijkt erop dat het eczeem een ontstekingsreactie is van de huid op de aanwezigheid van bepaalde gisten.

    Wat zijn de verschijnselen?

    Het eczeem bestaat uit rode plekken die aan de randen geleidelijk overgaan in gezonde huid, en uit een wat vettige gelige schilfering, die in de plooien geheel kan ontbreken. Het komt vooral voor aan de rand van het haar, in de wenkbrauwen en op de overgang van neus naar wang. Soms is er ook lichte jeuk. Het verloop is wisselend; het eczeem gaat vaak na verloop van tijd vanzelf over. Bij roos is er alleen een droge (of vettige) schilfering van de behaarde hoofdhuid en ontbreekt de roodheid.

    Hoe ziet de behandeling eruit?

    De behandeling van seborroïsch eczeem is afhankelijk van de plaats en de ernst van de aandoening. Gewoonlijk kan worden volstaan met een gistdodend middel, zoals ketoconazol of zinkpyrithion. Voor de (sterk) behaarde huid kan men gebruikmaken van een uitwasbare toedieningsvorm, zoals een shampoo. Bij seborroïsch eczeem op het gezicht is een crème met ketoconazol de eerste keus, al of niet in combinatie met een corticosteroid. Een corticosteroid onderdrukt de ontstekingsreactie en helpt ook tegen mogelijke bijwerkingen van ketoconazol (branderig gevoel, irritatie, jeuk). Gewoonlijk verdwijnt met deze middelen de uitslag, maar helaas komen de huidafwijkingen na het stoppen van de behandeling vaak terug. Dan zult u opnieuw iets moeten gebruiken.

    Wat kunt u zelf doen?

    Roos kunt u zelf behandelen met een shampoo of ge! waarin een gistdodend middel is verwerkt. Sommige van die middelen zijn alleen op recept verkrijgbaar.

  • Psoriasis
    9 december 2020

    Psoriasis

    Psoriasis is een veelvoorkomende chronische huidziekte, bestaande uit rode plekken met zilverwitte schilfers die verspreid over de huid voorkomen. Ten minste 2% van de bevolking lijdt in zekere mate aan deze aandoening. Het is niet bekend wat de oorzaak van psoriasis is. Wel is duidelijk dat zowel erfelijke als omgevingsfactoren een rol spelen en dat het om een soort ontstekingsreactie van de huid gaat, waarbij de huidcellen die normaliter in 28 dagen uitgroeien tot hoorncellen, dat nu in 3 à 4 dagen doen. Daardoor hopen de ‘onvolwassen’ cellen zich op aan het huidoppervlak. Psoriasis kan ontstaan of verergeren door psychische spanningen, door focale infecties (dat zijn infecties door een vooral in het gebit en de amandelen aanwezige chronische ontstekingshaard) en door medicamenten.

    Wat zijn de verschijnselen?

    De meest voorkomende vorm van psoriasis, psoriasis vulgaris (vulgaris = gewoon), bestaat uit rode, zilverachtig schilferende plekken die overal op het lichaam kunnen voorkomen. Meestal verschijnt de uitslag op de schedel, ellebogen, knieën en romp. Soms gaat dit gepaard met gewrichtsklachten. De bovenste laag van de uitslag vervelt voortdurend, terwijl de onderliggende schubben stevig vastzitten. Psoriasis kan jeuken en pijnlijk zijn en de huid kan barsten of bloeden. Maar meestal geven psoriasis plekken heel weinig klachten. Psoriasis is niet altijd in dezelfde mate aanwezig. Er kunnen ook rustige periodes zijn. Ook het tijdstip waarop de aandoening begint, kan nogal verschillen. Bij een enkeling begint psoriasis al op zeer jonge leeftijd (vóór de puberteit), maar bij de meeste patiënten komen de eerste plekjes op volwassen leeftijd tevoorschijn, tussen de 20 en 35 jaar.

    Hoe ziet de behandeling eruit?

    Genezing van psoriasis is niet mogelijk; wel kan de aandoening zodanig worden behandeld dat de rode plekken nauwelijks zichtbaar zijn. Dat kan op veel manieren gebeuren. Een lokale behandeling met zalven (en crèmes) heeft over het algemeen de voorkeur boven de systemische behandeling (met pillen en dergelijke), die meer bijwerkingen kent. De systemische therapie blijft gereserveerd voor patiënten met ernstige en uitgebreide vormen van psoriasis. Maar ook bij de lokale behandeling moet u rekening houden met mogelijke bijwerkingen.

    De meest toegepaste lokale middelen zijn zalven met vitamine-Dj-analogen (calcipotriol) en corticosteroïden. Sommige mensen die calcipotriol gebruiken, krijgen last van roodheid en irritatie van de huid, of zelfs van eczeem. Verder is het een goed en veilig middel. Corticosteroïden hebben meer nadelen, vooral bij langdurig gebruik. Bij kortdurend gebruik zijn dit wel de prettigste middelen om te smeren. Ze trekken compleet in de huid en laten geen sporen na. Daarnaast worden ditranol en teer veel gebruikt in dagbehandelingscentra of bij poliklinische begeleiding met intensieve instructies en bewaking. Deze middelen hebben meer bijwerkingen (verkleuringen, vlekken, irritatie en overgevoeligheid) dan de hiervoor genoemde.

    Let wel op hoe u de zalf gebruikt. Gaat het om een ernstige droge plek, bedek die dan zo veel mogelijk met een verband. Smeer eerst de zalf met een spatel op een stukje ‘strijkschoon’ katoen en leg dit op de te verbinden plek. Zet het geheel vast met hydrofiel windsel. Let op: gebruik geen gaas direct op de huid. Dit schuurt te veel. Bovendien kan de zalf dan in het gaasje trekken en komt er te weinig zalf op de te behandelen plek. De volgende dag herhaalt u deze behandeling (smeer de nieuwe laag zalf gewoon over de oude laag heen). Is de plek te groot of niet geschikt om te verbinden, dan zult u een paar keer per dag een laagje zalf moeten aanbrengen.

    Is de ernst van de huidafwijkingen zo groot dat zalven en licht geen uitkomst meer brengen, dan komen medicijnen in pilvorm in aanmerking. Tegenover de eenvoud van de behandeling staat een grotere kans op – soms ernstige – bijwerkingen.

    Methotrexaat is een middel dat ook bij kanker wordt gebruikt. Het remt de celdeling in de huid en is zeer effectief tegen psoriasis. Helaas kan het tot ernstige bijwerkingen leiden, zoals een tekort aan bloedcellen en beschadiging van de lever. Acitretine is een van vitamine A afgeleide stof. Bij vrouwen die in verwachting zijn, kan dit middel ernstige afwijkingen bij de ongeboren vrucht veroorzaken. Na het staken van dit middel zal een vrouw nog twee jaar moeten wachten voordat ze zwanger mag worden. Ciclosporine wordt sinds een jaar of tien met succes gebruikt om na een transplantatie afstoting van organen tegen te gaan. Het is ook effectief gebleken bij het onderdrukken van psoriasis. Gezien het risico van nierbeschadiging wordt ook dit middel niet graag langdurig gegeven. Ten slotte zijn er nog lichtbehandelingen. De meest toegepaste zijn ultraviolet-B-therapie (UVB) en ultraviolet-A-the-rapie in combinatie met pillen die de huid gevoelig maken, psoraleen (PUVA). Lichtbehandeling kan het risico op huidkanker vergroten, maar dit risico is klein.

    Wat kunt u zelf doen?

    Aan psoriasis kunt u zelf veel doen. Baden heeft een gunstig effect op de aandoening. Een bad met warm water waaraan wat zout is toegevoegd, maakt de schilfers en schubben zachter, waardoor u de bovenste schilfers makkelijk kunt verwijderen. U kunt uw huid beter met een bad-olie dan met zeep wassen. Dit maakt de schilfering ook wat minder opvallend. Het is niet verstandig hard te boenen of, bij plekken op het behaarde hoofd, hard te borstelen om de schilfers te verwijderen. Daardoor wordt de huid ter plaatse geprikkeld en wordt de psoriasis geactiveerd. Hetzelfde geldt voor krabben.

    Na het baden kunt u de huid insmeren met een zalf waarin een van de eerdergenoemde medicijnen is verwerkt, maar ook zalven zonder enige toevoeging (bijvoorbeeld alleen vaseline) hebben een gunstig effect.

    Als de psoriasis plekken goed reageren op zonlicht, doet u er goed aan hier zo veel mogelijk gebruik van te maken. Verbranding moet echter worden voorkomen, want dat kan, evenals mechanische prikkeling (borstelen, krabben), de psoriasis juist verergeren. Gebruik een zonnebrandmiddel om de gezonde delen van de huid te beschermen. Psychische stress lijkt hij de meeste patiënten een rol te spelen. Omgekeerd kan de huidaandoening ook negatieve gevoelens en stress oproepen. Er zijn groepstherapieën waarbij patiënten elkaar steunen en ervaringen uitwisselen.

  • Open been
    9 december 2020

    Open been

    Een ‘open been’ is een wond (zweer) aan het onderbeen die niet of moeilijk vanzelf geneest. De zweer is ontstaan door stoornissen in de aderen (die verantwoordelijk zijn voor de afvoer van bloed uit de benen) of slagaderen (verantwoordelijk voor de aanvoer van bloed) of door afwijkingen in de kleine bloedvaatjes. Meestal gaat het om een afvoerstoornis. In staande houding moeten de aderen het bloed tegen de zwaartekracht in van de voet naar het hart transporteren. Door het spannen van de kuitspieren wordt het bloed omhoog geperst. Kleppen in de aderen zorgen ervoor dat het bloed niet terug kan stromen. Deze kleppen kunnen gaan lekken (met als gevolg spataderen) of stukgaan (bijvoorbeeld door een trombose been). Een stoornis in de aanvoer van bloed berust gewoonlijk op een vernauwing in de slagaderen. Omdat dit een minder vaak voorkomende oorzaak van een open been is, wordt die hier verder niet besproken. Hoe vaak een open been voorkomt, is niet precies bekend. Men schat dat deze aandoening voorkomt bij 1 à 2% van de bevolking (circa 200.000, voornamelijk oude mensen).

    Wat zijn de verschijnselen ?

    Een ‘open been’ onderscheidt zich niet van andere zweren die door infecties zijn ontstaan. Wat wel opvalt, is dat de zweer meestal niet pijnlijk ís. Als de rand van de zweer ondermijnd is, wijst dat op een slechte genezingstendens. De zweer ligt vaak in een huidgebied dat meer tekenen vertoont van een chronische afvoerstoornis. De belangrijkste daarvan is oedeem, een vochtophoping in het been. Door de verminderde bloedafvoer kunnen de onderbenen in de loop van de dag dik worden en kunt u er putjes in duwen. Bij mensen die een trombose hebben gehad, is het oedeem in het algemeen nog duidelijker aanwezig. Spataderen zijn vaak de eerste verschijnselen van een afvoerstoornis van het bloed uit het been. Sommige mensen hebben geen klachten, anderen ervaren een loom en zwaar gevoel in de benen of zelfs een pijnlijk, stekend gevoel.

    Hoe ziet de behandeling eruit?

    De behandeling van een open been hangt af van de oorzaak. Bij een gestoorde bloedafvoer door kapotte kleppen in de aderen wordt in eerste instantie het overtollige vocht uit het been verwijderd. Daartoe worden drukverbanden (zwachtels) om de onderbenen aangelegd. Het verband moet een zodanige druk in het been geven dat het vocht wordt teruggedrongen en de afvoer van bloed via de aderen wordt bevorderd, terwijl de slagaderen niet worden dichtgedrukt. Essentieel hierbij is dat u in beweging blijft. Dat bevordert de werking van de spierpomp in de kuiten. De drukverbanden kunt u ’s nachts laten zitten. Het enige nadeel is dat ze door een arts of een met de techniek ervaren verpleegkundige moeten worden aangelegd. Zo’n drukverband kan ongeveer één week blijven zitten.

    De lokale behandeling van de zweer zelf is minder belangrijk. Wel moet de wond goed schoon worden gehouden. Wat u op de wond aanbrengt, maakt in wezen niet uit. Als de zweer veel vocht of pus produceert, kunt u als wondafsluitend verband een soort kaasplak gebruiken. Dat voorkomt dat het vocht door de zwachtels lekt.

    Als het been uiteindelijk zijn normale vorm heeft teruggekregen en de zweer is genezen dit gaat meestal hand in hand kan een elastische kous op maat worden aangelegd. Nadat een open been is genezen, komen sommige patiënten in aanmerking voor een operatie aan de spataderen, waardoor herhaling kan worden voorkomen. Voor een andere groep, vooral patiënten die een trombose hebben doorgemaakt, is het van belang dat zij levenslang elastische kousen blijven dragen. Alleen hiermee kan worden voorkomen dat opnieuw vocht in het been ontstaat waardoor de kans op een open been weer toeneemt.

    Wat kunt u zelf doen?

    U doet er goed aan de spieren van de onderbenen zo veel mogelijk te bewegen ook als u zit door regelmatig oefeningen met de voeten te doen. Daardoor worden de kuit-spieren gebruikt en zal het vocht beter naar boven worden gestuwd. Langdurig staan en zitten moet u zo veel mogelijk vermijden en regelmatig afwisselen met stukjes lopen. Als u last van oedeem in uw benen heeft en lang in een stoel moet zitten, kunt u het best met uw been omhoog zitten.

  • Moedervlek
    9 december 2020

    Moedervlek

    Er zijn verschillende soorten moedervlekken. De meest voorkomende zijn ophopingen van pigmentcellen, die we gewoonlijk aanduiden met moedervlek of naevus. Ze zijn vaak al vanaf de geboorte aanwezig. Als het om een vlakke, lichtbruin gekleurde vlek gaat, spreken we van lentigo simplex of lentigo juvenilis. Soms verdwijnen pigmentvlekken spontaan; dit kan gepaard gaan met een gedepigmenteerde hof (halo naevus): een ontkleuring rond de plek waar de pigmentvlek zich bevond.

    Wat zijn de verschijnselen?

    Moedervlekken zijn meestal platte of iets verdikte plekken, in kleur variërend van huidkleur, lichtbruin tot donkerbruin of zwart. Ze komen voor op alle plaatsen van het lichaam en zijn in principe onschuldig, maar kunnen in zeldzame gevallen kwaadaardig worden. Een moedervlek die verandert van kleur, grootte, vorm of onregelmatige randen krijgt, kan dan ook een vroeg teken van huidkanker zijn.

    Hoe ziet de behandeling eruit?

    Een moedervlek kan verwijderd worden door hem weg te snijden of te behandelen met lasertherapie. Het type laser dat gebruikt wordt, hangt af van de kleur en de grootte van de moedervlek. Het weggesneden weefsel wordt gewoonlijk onderzocht op de aanwezigheid van kankercellen.

    Wat kunt u zelf doen?

    U hoeft aan moedervlekken niets te doen. Als ze groot zijn, is het verstandig ze regelmatig te laten onderzoeken op tekenen van huidkanker. Verder is het goed te weten dat zonlicht niet goed is voor uw huid als hij behandeld is of behandeld gaat worden met laserlicht. Is uw moedervlek dus via lasertherapie verwijderd, gebruik dan tot een jaar na de laatste laserbehandeling een zonnebrandmiddel met factor 15 of hoger op de behandelde plek. Moet u nog gelaserd worden, zorg er dan voor dat uw huid niet te bruin is geworden. Een te bruine huid kan een reden zijn om de behandeling te annuleren.