Chemische peeling
Chemische peeling is een in het begin van de 20e eeuw geïntroduceerde techniek om cosmetische verbetering of verjonging van de huid te verkrijgen. Chemische peeling is een techniek waarbij de huid door chemicaliën -met name allerlei zuren – oppervlakkig wordt verwond en na genezing een verjongd aspect krijgt. Afhankelijk van het gebruikte middel zullen veranderingen optreden in de opperhuid (oppervlakkige peeling), het bovenste gedeelte van de lederhuid (middeldiepe peeling) of in het gedeelte daaronder (diepe peeling).
Evenals bij dermabrasie worden bij chemische peeling de oppervlakkige lagen van de verouderde huid verwijderd, waardoor de vorming van collageen wordt gereactiveerd. Chemische peeling moet het net als dermabrasie in veel situaties afleggen tegen fotothermische peeling, ofwel laser-resurfacing. Toch heeft chemische peeling soms voordelen boven fotothermische peeling. Zo kan de behandeling poliklinisch worden uitgevoerd en is er geen – behalve bij fenolpeeling, aparte verdoving nodig (wel pijnstilling). Bovendien is chemische peeling minder duur dan fotothermische peeling.
Diepe en middeldiepe peeling
Bij een diepe peeling wordt de huid tot in de dermis beschadigd. Het meest gebruikte middel is fenol. Diepe peeling kan imposante resultaten hebben op het gebied van huidverjonging, maar u moet er veel voor overhebben. Valt u in ondeskundige handen, dan kan er ook veel schade ontstaan.
De middeldiepe peelings beschadigen de huid tot in de bovenste laag van de dermis. Hiervoor wordt gewoonlijk 50% trichloorazijnzuur gebruikt, of een combinatie van twee oppervlakkige peelings. Een (middel) diepe peeling wordt meestal toegepast ter verbetering van ernstig door zonlicht beschadigde huid, met rimpels en andere zonbeschadigingen (zoals actinische keratose en solaire elastose). Ook uitgeponste acnelittekens kunnen door een dergelijke peeling verbeteren.
De meest voorkomende complicatie is hypopigmentatie (ontkleuring), gevolgd door hyperpigmentatie onder invloed van zonlicht. Daarom moet u na de ingreep lange tijd volledig uit de zon blijven. Een diepe peeling is niet ongevaarlijk en moet dan ook altijd in het ziekenhuis worden uitgevoerd. De volledige genezing duurt ruim een half jaar.
Oppervlakkige peeling
Voor een oppervlakkige peeling worden onder andere gebruikt alfahydroxyzuren (fruitzuren, zoals glycolzuur en melkzuur), of combinaties hiervan met salicylzuur, azelaïnezuur, resorcinol of vitamine-A-zuur. Deze vorm van oppervlakkige peeling wordt vooral toegepast door vrouwen die hun huid regelmatig willen ‘verjongen’ door het minder zichtbaar maken van geringe zonbeschadigingen, fijne rimpels of vlekkige pigmentatie. Ook acnelittekens en wijde poriën kunnen hiermee worden verbeterd. Het effect is tijdelijk, maar deze peelings kunnen regelmatig worden herhaald.
De concentratie van de gebruikte zuren is belangrijk voor het resultaat. Een door ons verrichte literatuuronderzoek leverde onder meer twee onderzoeken op met alfahydroxyzuren. Beide werden in 1998 in Amerikaanse tijdschriften gepubliceerd (Dermatologie Surgery en Cutis). In het eerste onderzoek werd bij 18 patiënten 70% glycolzuur-crème (een zeer hoge dosering!) vergeleken met 5-fluorouracil-crème bij de behandeling van actinische keratose. Glycolzuur schoot hierin te kort ten opzichte van 5-fluorouracil, maar had wel een duidelijk verjongend effect op de huid van de betreffende personen. In een ander gerandomiseerd, placebogecontroleerd onderzoek (in 1999 gepubliceerd in Dermatology) werden drie verschillende irriterende zuren met elkaar vergeleken wat betreft hun ‘helend’ effect op een verouderde huid (dit soort onderzoek levert min of meer de hoogste graad van bewijs voor het effect van een bepaalde behandeling). Dit resultaat werd overigens niet klinisch bepaald, maar werd gemeten aan de hand van microscopisch onderzoek van de behandelde huid. Eén van de drie zuren was glycolzuur, in een concentratie van 10%. In deze concentratie had glycolzuur (in tegenstelling tot de twee andere zuren, te weten benzoë-zuur en vitamine-A-zuur) geen enkel positief effect op de huid.
Een populaire vorm van oppervlakkige peeling is die met vitamine-A-zuur. Vitamine-A-zuur wordt door dermatologen al sinds de jaren zestig van de vorige eeuw gebruikt bij de behandeling van acne. Het was al eerder opgevallen dat bij langdurig gebruik van een lage concentratie vitamine-A-zuur een geringe cosmetische verbetering optrad en dat dit mogelijk ook veroudering van de huid tegenging.
Het eerste wetenschappelijk onderzoek waarin het effect van vitamine-A-zuur op een extrinsiek verouderde huid werd vergeleken met het effect van een indifferente crème (een crème zonder werkzame stof) dateert van 1990 (JAMA). Dat onderzoek werd verricht door enkele Amerikaanse dermatologen. De resultaten waren vrij opzienbarend, maar aan het onderzoek werd door slechts zes personen deelgenomen.
In datzelfde jaar volgden uitgebreidere verslagen van dezelfde onderzoeksgroep (Journal of the American Academy of Dermatology). Nu ging het om een placebogecontroleerd onderzoek met dubbelblinde beoordeling bij 30 personen met een door zonlicht verouderde huid. Het bleek dat een behandeling van 16 weken met een lokaal aangebrachte crème met vitamine-A-zuur resulteerde in een toegenomen dikte van de opperhuid, een toename van het aantal celdelingen, een compactere hoornlaag en een afname van het aantal melanocyten. Onder een gewone microscoop waren geen veranderingen in de lederhuid te zien, wel onder een elektronenmicroscoop. De verbetering van de met vitamine-A-zuur behandelde personen was ook voor het oog zichtbaar. De beoordeling vond plaats door de onderzoekers en door de mensen bij wie het onderzoek plaatsvond, zonder dat ze wisten wie wat (vitamine-A-zuur of placebo) had gekregen. Het bleek dat de resultaten bij de met vitamine-A-zuur behandelde personen beter waren dan bij de controlegroep: kleine rimpeltjes en donkere vlekken vervaagden. Bovendien trad een lichtrode verkleuring van de huid op die door de meeste gebruikers als prettig werd ervaren. Na het staken van de behandeling verdween het effect.
Dat vitamine-A-zuur ook effect had op de bruine verkleuringen werd aanvankelijk niet verwacht. Vandaar dat hiernaar nog een apart onderzoek werd uitgevoerd bij 58 personen met pigmentvlekken in het gezicht of op de aan zonlicht blootgestelde huid (handruggen en onderarmen). Opnieuw ging het om een gerandomiseerd placebogecontroleerd onderzoek met dubbelblinde beoordeling. 28 personen kregen een crème met vitamine-A-zuur en 30 personen kregen een indifferente crème die gedurende tien maanden voor het slapen gaan op de donkere plekken werd gesmeerd. Het verschil in effect was al na één maand zichtbaar en na tien maanden was het resultaat in de vitamine-A-zuurgroep uitgesproken beter dan in de controlegroep. Vitamine-A-zuur heeft dus een gunstig effect op zowel de rimpels als de verkleuringen die veelvuldig ontstaan in extrinsiek verouderde huid. Hoewel bij uitwendig gebruik van vitamine-A-zuur tijdens de zwangerschap nooit schadelijke effecten op de ongeboren vrucht zijn waargenomen, is bij farmacologisch onderzoek gebleken dat het middel niet geheel veilig is. Daarom is vitamine-A-zuur alleen op recept verkrijgbaar. Bovendien kan vitamine-A-zuur-crème de huid behoorlijk irriteren. Vandaar dat aan cosmetische producten vaak vitamine A (retinol) of een voorstadium daarvan (pro-retinol) wordt toegevoegd. Die stoffen zijn echter lang niet zo effectief als vitamine-A-zuur.